NL/EO vortaro

Vorto:
Serĉis por "in zijn werk gaan". La serĉado daŭris 0,050 sekundojn kaj produktis 175 rezultojn:
in zijn werk gaanfunkcii
inen
absorbiabsorberen, in beslag nemen, opslorpen
absorbita deopgaand in, verdiept in, verzonken in
absorbita deopgaand in, verdiept in, verzonken in
abstraktein abstracto
abundein overvloed, rijkelijk, ruimschoots, volop
abundiin overvloed aanwezig zijn
agoniantopersoon die in doodsstrijd ligt
agordiin een stemming brengen, stemmen
akorda kunin overeenstemming met
akordigiin overeenstemming brengen, rijmen, tot overeenstemming brengen
akuzativigiin de vierde naamval zetten
alilandein het buitenland
alproksimiĝiin aantocht zijn, naderen
alproprigi al siin de wacht slepen, zich toeigenen
altende hoogte in
altgradehooglijk, in hoge mate
aludein bedekte termen
amasfabrikiin grote hoeveelheden fabriceren
amikein der minne, vriendschappelijk
anaglifain demi-relif uitgevoerd
anatemiexcommuniceren, in de ban doen
anglein het Engels, op zijn Engels
anservicein ganzenpas
anstataŭin plaats van, in stede van
anstataŭein plaats daarvan
anstataŭigiin de plaats stellen van, inboeten, vervangen
antaŭ ĉioin het bijzonder, inzonderheid, vooral
antaŭtagmezein de morgen, voor de middag
antaŭtimiin de piepzak zitten
antaŭvidigiin het vooruitzicht stellen
apelaciiappelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan
aperceptoopneming in het bewustzijn, waarneming
aplikiaanwenden, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen
apudedaarnaast, ernaast, hiernaast, in de nabijheid
arabein het Arabisch, op zijn Arabisch
aranĝi per interkonsentoin der minne schikken
aranĝiĝiin orde komen, terechtkomen
ardiblaken, gloeien, in gloed staan
ardiĝiin gloed geraken, opgloeien
arestiaanhouden, arresteren, in verzekerde bewaring nemen, inrekenen
arogantieen hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken
asimiliassimileren, in zich opnemen
asimiliĝi alopgaan in
asociiassociren, in een genootschap samenbrengen, verbinden
atendantein afwachting van
atrofiĝiin een toestand van atrofie verkeren
avanciavanceren, in rang opklimmen, oprukken, overgaan, promotie maken
banibaden, in bad doen, wassen
barokabarok-, in barokstijl
birdoperspektivein vogelvlucht
k.t.p.enz.
zijnekzisto, ento, estado, esti, ĝia, lia, liaj, sia, siaj
abonigeabonneerd zijn op
abundiin overvloed aanwezig zijn
agiageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan
agordiĝigelijkluidend zijn
aklamibij acclamatie benoemen, toejuichen, zijn bijval betuigen
akordihet eens zijn, overeenstemmen, samengaan
alcentrigi siajn pensojnzijn gedachten verzamelen
alestiaanwezig zijn, aanwezig zijn bij
alproksimiĝiin aantocht zijn, naderen
ambiciieerzuchtig zijn
amegidol zijn op, gek zijn op, zielsveel houden van
amuziĝadiaan de boemel zijn, boemelen
anglein het Engels, op zijn Engels
antaŭvidibedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien
apudestiaanwezig zijn, aanwezig zijn bij
arabein het Arabisch, op zijn Arabisch
arogantieen hoge toon aanslaan, zijn neus in de wind steken
avarikarig zijn met, zuinig zijn met
baziĝigebaseerd zijn, steunen
boliborrelen, koken, op het kookpunt zijn, zieden
bonvoligelieven, welwillend zijn
bonvoli al iuiemand goedgezind zijn
centopemet zijn honderden
cirkulicirculeren, in omloop zijn, rondgaan, rouleren
ĉeestiaanwezig zijn, aanwezig zijn bij, bijwonen
danĝerigevaarlijk zijn
dekadenciaan lager wal raken, in verval zijn, zinken
dekopemet zijn tienen
demisiiaftreden, demissionair zijn
dependiafhangen, afhankelijk zijn, deel uitmaken
dependi deafhangen van, afhankelijk zijn van
deveniafstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen
deveni deafkomstig zijn van, stammen uit, stammen van
devojiĝi de sia rolouit zijn rol vallen
diboĉiaan de rol zijn, boemelen, brassen, slempen, uitspatten
diri sian opinion prizich uitspreken over, zijn mening geven over
disstarigescheiden zijn
dormemislaap hebben, slaperig zijn
drinkadiaan de drank zijn, drinken
driviafdrijven, drijven, op drift zijn
duopegetween, met zijn tween, onder vier ogen
eblimogelijk zijn
egalievenaren, gelijk zijn aan
ekloĝiintrekken, zijn intrek nemen, zijn tenten opslaan
eksproprigiuit zijn eigendom ontzetten
ekstaziin extase verkeren, in extase zijn
ektusizijn keel schrapen
ekviciiuit zijn bezit ontzetten
ekvilibriin evenwicht verkeren, in evenwicht zijn
ekzistobestaan, zijn
k.t.p.enz.
werklaboraĵo, laboritaĵo, laboro, mekanismo, stupo, verko
agiageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan
eklaboriaan het werk tijgen, zich aan het werk begeven
ekstrikihet werk neerleggen
funkciifunctioneren, het doen, in zijn werk gaan, werken
laboraĵowerk, werkstuk
laborantaaan het werk, werkend
laboritaĵowerk, werkstuk
laboroarbeid, emplooi, karwei, werk
mekanismomachinerie, mechanisme, werk
peniga laboroeen hele toer, zwaar werk
procedite werk gaan
stupopluis, werk
verkoboekwerk, kunstwerk, opus, pennevrucht, werk
aan het werklaboranta
aan het werk tijgeneklabori
het werk neerleggenekstriki
in zijn werk gaanfunkcii
te werk gaanagi, procedi
zich aan het werk begeveneklabori
zwaar werkpeniga laboro
gaanirado, iri, piediri, soni, veturi
agiageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, te werk gaan
albordiĝiaan land gaan, landen
alikuŝiĝigaan verliggen
aliriaanpakken, gaan naar, genaken, naderen
altabliĝiaan tafel gaan, gaan aanzitten
alteriĝiaan land gaan, aanlanden, landen
amblide telgang gaan
ankriverankeren, voor anker gaan
antaŭenirivoorwaarts gaan
apelaciiappelleren, een beroep doen op, in appl gaan, in beroep gaan
ascendinaar boven gaan
bankrotibankroet gaan, failleren, failliet gaan, mislukken
bruegikabaal maken, te keer gaan
bruiaangaan, denderen, rommelen, rumoeren, te keer gaan
ĉetabligiaan tafel gaan
daŭrigidoorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten
descendiafdalen, naar beneden gaan
difektiĝikapot gaan, onklaar raken, stukgaan
disventiĝiverloren gaan
droniverdrinken, vergaan, verloren gaan
efektiviĝiin vervulling gaan, tot stand komen, werkelijkheid worden
ekdormiin slaap vallen, inslapen, onder zeil gaan
ekferiiop vakantie gaan
ekforkuriaan de haal gaan
ekiriop weg gaan, opstappen, tijgen, weggaan
ekkuŝigaan liggen, zich neerleggen, zich uitstrekken
ekkuŝiĝigaan liggen, zich uitstrekken
ekplorigaan huilen, in tranen uitbarsten
eksidigaan zitten, plaatsnemen, zich zetten
ekstarigaan staan, opstaan
ekvelionder zeil gaan
ekvojaĝiafreizen, op reis gaan
ekvojiriop pad gaan
elŝipiĝivan boord gaan
emeritiĝiaftreden, met pensioen gaan
enakviĝite water gaan
endormiĝigaan slapen
enlitiĝigaan slapen, naar bed gaan, zich ter ruste begeven
enŝipiĝiaan boord gaan, scheep gaan
enviciĝiaantreden, in de rij gaan staan
esti akompanata degepaard gaan met
esti multe priparolataover de tong gaan
esti neriproĉeblavrijuit gaan
esti pensiatamet pensioen gaan
esti premata degebukt gaan onder
esti protokolataop de bon gaan
evitimijden, ontwijken, uit de weg gaan, vermijden
fari lokon aluit de weg gaan voor
fieri pribogen op, prat gaan op, zich beroemen op, zich verheffen op
fluktuifluctueren, op en neer gaan, schommelen
k.t.p.enz.

Viaj preferoj:
> unikodo iksoj
> normala minimuma
(La minimuma stilo funkcias nur en CSS-eblaj grafikaj kroziloj.)

(Bedaŭre, la vortlisto uzas la malnovan nederlandan ortografion.)
Malbela
kodo programita far Juerd Waalboer.